Vergoedingsrechten en ongehuwd samenleven: een goed begin is het halve werk
In de complexe wereld van relaties en gedeeld eigendom is het begrijpen van vergoedingsrechten van essentieel belang. Terwijl in de wet specifieke bepalingen staan opgenomen voor gehuwden, zijn de regels voor ongehuwd samenlevers minder duidelijk gedefinieerd.
Wat is een vergoedingsrecht?
Een vergoedingsrecht is een juridisch concept dat wordt toegepast wanneer iemand geld uitgeeft of investeert ten behoeve van een ander, en daarbij redelijkerwijs recht heeft op terugbetaling of compensatie van die investering.
Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarbij de ene partner privévermogen investeert in de aankoop van een woning op naam van de ander, of in het geval van een verbouwing.
Wettelijke grondslag?
Voor gehuwden is het recht op vergoeding opgenomen in de wet (artikel 1:87 BW). Voor samenlevers is dit niet het geval.
In een uitspraak van 10 mei 2019 (ECLI:NL:HR:2019:707) heeft de Hoge Raad bepaald dat de specifieke wettelijke regels voor vergoedingsrechten bij gehuwden niet van toepassing zijn op samenlevers, zelfs niet naar analogie. In deze zaak was sprake van een investering in een woning die uitsluitend aan de man in eigendom toebehoorde.
In een meer recente uitspraak van de Hoge Raad van 17 november 2023 (ECLI:NL:HR:2023:1571) oordeelt de Hoge Raad dat ook geen sprake kan zijn van analoge toepassing van een vergoedingsrecht op de huwelijksgemeenschap in het geval van een eenvoudige gemeenschap tussen samenlevers.
Een eenvoudige gemeenschap ontstaat wanneer samenlevers bijvoorbeeld een gemeenschappelijke woning in eigendom verwerven. Zo’n eenvoudige gemeenschap kan volgens de Hoge Raad geen grondslag vormen voor een vergoedingsrecht ter zake van ongelijke bijdragen aan de financiering van dat gemeenschappelijke goed.
Ook in de situatie waarin informeel samenlevers dus ongelijk hebben bijgedragen aan de financiering van een gemeenschappelijk goed dient aan de hand van het algemene vermogensrecht beoordeeld te worden of een vergoedingsrecht geldend kan worden gemaakt of niet.
Wat betekent dit in de praktijk?
Als u niet getrouwd bent, maar wel investeert in goederen van de ander, krijgt u deze investering in beginsel niet terug op grond van de wet wanneer de relatie eindigt.
Dit kan anders zijn indien duidelijke afspraken zijn opgenomen in een samenlevingscontract over vergoedingsrechten, daarnaast kan worden teruggevallen op het algemene verbintenissenrecht om vergoedingsrechten vast te stellen.
Indien wordt teruggevallen op algemeen verbintenissenrecht dient de vraag te beantwoord of door de investering sprake is geweest van:
- ongerechtvaardigde verrijking;
- onverschuldigde betaling;
- onrechtmatige daad;
- of dat op grond van de redelijkheid en billijkheid terugbetaling gerechtvaardigd is.
Dit vraagstuk kan leiden tot complexe juridische geschillen. Het is daarom van belang om een specifieke bepaling op te nemen in het samenlevingscontract over vergoedingsrechten.
Conclusie
Het is raadzaam om als samenlevers goed na te denken over de gevolgen van investeringen in goederen van de ander.
Door afspraken te maken in een samenlevingscontract en juridisch advies in te winnen kan uw rechtspositie worden versterkt.
Ook indien uw relatie is verbroken en het samenlevingscontract moet worden afgewikkeld is het verstandig om advies in te winnen van een familierechtspecialist.
Over Mr. J. Hageman
Jip focust zich op het personen- en familierecht in de breedste zin van het woord. Jip studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam en heeft een master Privaatrecht gevolgd aan de Vrije Universiteit van Amsterdam waarbij de focus lag op familie- en jeugdrecht vakken.
Bekijk profielHeeft u een kwestie of een vraag?
Bel 06 – 528 659 02 of laat uw gegevens achter
Meer over familierecht
Schriftelijke aanwijzing vanuit de GI
Op het moment dat er een ondertoezichtstelling is uitgesproken kan de gecertificeerde instelling (verder: GI) een schriftelijke aanwijzing afgeven. Artikel 1:263 van het Burgerlijk Wetboek regelt de schriftelijke aanwijzing. Wat […]