Getuigenbewijs, hoe zit dat?

De getuigenverklaring als bewijs in een gerechtelijke procedure is ongetwijfeld de vorm van bewijslevering die het meest tot de verbeelding spreekt. Het getuigenverhoor is de highlight van menige advocatenthriller. Getuigenverklaringen kunnen overigens in nagenoeg elk geschil worden geleverd. In sommige gevallen is er zelfs geen ander bewijs mogelijk dan getuigenverklaringen. Anders dan men zou denken zal een verzoek om een getuige te horen echter niet altijd worden gehonoreerd, zoals onlangs ook weer door de Hoge Raad duidelijk is gemaakt.

Getuigenbewijs

‘Indien bewijs door getuigen bij de wet is toegelaten, beveelt te rechter een getuigenverhoor zo vaak een van de partijen het verzoekt en de door haar te bewijzen aangeboden feiten betwist zijn en tot de beslissing van de zaak kunnen leiden.’, aldus de wettekst (art. 166 Rv).

Het recht op het mogen oproepen van getuigen is, anders dan de tekst van de wet doet voorkomen, niet geheel onbegrensd. Het uitgangspunt voor bewijslevering door getuigenverhoor is dat gestelde feiten steeds door middel van verklaringen van getuigen mogen worden bewezen, met uitzondering van feiten die volgens de wet alleen door overlegging van geschriften kunnen worden bewezen.

Voor alle overige gestelde en door de wederpartij betwiste feiten geldt in beginsel dat deze door het horen van getuigen mogen worden bewezen.

Goede procesorde

Als men de woorden ‘zo vaak een van de partijen het verzoekt’ letterlijk zou opvatten, zou een procedure grote vertraging kunnen oplopen doordat telkens opnieuw getuigen worden aangedragen. Om die reden geldt als belangrijke beperking van het recht op getuigenverhoor dat daarbij acht moet worden geslagen op de eisen van een goede procesorde. Deze eisen brengen onder meer mee dat gewaakt moet worden voor onredelijke vertraging van het proces. Een verzoek tot getuigenverhoor moet daarom in principe altijd worden gehonoreerd, mits dit verzoek tijdig wordt gedaan en ook nog ‘tot de beslissing van de zaak kan leiden’.

Getuigenverhoor moet iets toevoegen

Het recht op getuigenverhoor wordt dus beperkt door de eisen van een goede procesorde. Uit een recente uitspraak van de Hoge Raad van 9 oktober 2015 (ECLI:NL:HR:2015:3009) blijkt dat die beperkende werking van de eisen van een goede procesorde zelfs nog een grotere rol speelt in hoger beroep.

Dat heeft ermee te maken dat in hoger beroep nog nauwer wordt gekeken of de af te leggen verklaringen wel terzake dienend zijn – met andere woorden: of de getuige ook wel echt nog een relevante bijdrage aan het debat kan leveren. Volgens de Hoge Raad moet de rechter in zijn oordeel hierover kijken naar de omstandigheden van het geval, waaronder de wijze waarop het processuele debat zich heeft ontwikkeld en het stadium waarin de procedure verkeert.

Daarbij zal in hoger beroep van een partij die bewijs door getuigen aanbiedt, in beginsel mogen worden verwacht dat zij concreet aangeeft op welke van haar stellingen dit bewijsaanbod betrekking heeft en, voor zover mogelijk, wie daarover een verklaring zou kunnen afleggen. In het algemeen zal niet mogen worden verlangd dat daarbij ook wordt aangegeven wat daarover door getuigen zal kunnen worden verklaard. Als al getuigen zijn gehoord of schriftelijke verklaringen van getuigen zijn overgelegd, zal bovendien kunnen worden verlangd dat nader wordt aangegeven in hoeverre getuigen meer of anders kunnen verklaren dan zij al hebben gedaan.

De Hoge Raad sluit af met de overweging dat de rechter niet op grond van zijn waardering van de reeds afgelegde verklaringen of de inhoud van de schriftelijke verklaringen, aan een bewijsaanbod mag voorbijgaan, omdat hij daarmee ten onrechte vooruit zou lopen op het resultaat van de bewijsvoering die nog moet plaatsvinden.

Onthoud dus

Anders dan men zou denken, kunt u zich niet onbeperkt beroepen op getuigenbewijs. Dus als u getuigenverklaringen aanbiedt, make it count! Met een goede voorbereiding moet dit lukken. Voor vragen kunt u altijd vrijblijvend contact opnemen met één van onze advocaten.

Contact opnemen

Over Mr. K.R. Stephan

Kevin adviseert en procedeert voornamelijk over ondernemers-rechtelijke vraagstukken. Hij staat ondernemers bij in arbeidszaken en huurgeschillen, maar tot de dagelijkse praktijk behoort ook het opstellen van contracten en advisering in algemeen verbintenis- of goederenrechtelijke vraagstukken. En voor ingewikkelde verdelingen, of het nu is van huwelijksgemeenschappen of van bedrijfsvermogen, staat hij 24/7 klaar.

Bekijk profiel
Kantoor Haarlem 023-5121400
Rechtstreeks 06-243 24 194
E-mail k.r.stephan@tanger.nl

Heeft u een kwestie of een vraag?

Bel 06 – 528 659 02 of laat uw gegevens achter