Geen verplichte verlenging franchiseovereenkomst

Franchise als rechtsgebied is volop in ontwikkeling. Hierin speelt onder meer de nieuwe franchisewet een rol, die per 1 januari 2021 zal worden ingevoerd. Hierover leest u meer in mijn eerdere blog. Ook in de rechtspraak komen er regelmatig zaken op het gebied van franchise voorbij. Zo speelde er recent een procedure in kort geding (ECLI:NL:RBROT:2020:8334) tussen een franchisenemer van de keten “de Hypotheker” en haar franchisegever. Aan de orde was of er wel of geen verplichte verlenging van de franchiseovereenkomst moest plaatsvinden. De franchisenemer wilde een verlenging van de franchiseovereenkomst – die automatisch afliep op 30 september 2020 – en kondigde aan hier een zaak bij de bodemrechter over te zullen voeren. Voor de duur van die procedure wilde de franchisenemer alvast een verlenging van de overeenkomst. Dat was de inzet van het kort geding.

De kortgedingrechter wees de vordering van de franchisenemer af. De rechter baseerde zich daarbij op een bepaling uit het contract. Die bepaling hield in dat de overeenkomst automatisch wordt verlengd, tenzij één van partijen een zwaarwegend belang heeft om geen nieuwe franchiseovereenkomst te sluiten. Deze uitzondering deed zich volgens de kortgedingrechter voor.

Zwaarwegend belang

Wat was dat zwaarwegende belang van de franchisegever dan? Dat belang bleek verband te houden met een incident uit het verleden, waarbij de franchisenemer in de behandeling van een verzekeringsaanvraag van een klant grove fouten had gemaakt. Deze fouten hadden geleid tot een officiële, schriftelijke waarschuwing van de verzekeraar richting de franchisegever. Daarbij kondigde de verzekeraar aan de samenwerking met de franchisegever te zullen beëindigen bij nog zo’n fout. Ook heeft de verzekeraar het voorval gemeld bij de Autoriteit Financiële Markten.

In de belangenafweging kende de rechter groot gewicht toe aan de mogelijke beëindiging van relatie door de verzekeraar en de gevolgen daarvan voor de gehele franchiseketen.  Dit belang – in combinatie met de maatschappelijke positie van de franchisegever, waarbij integriteit en consumentenvertrouwen van groot belang zijn – woog volgens de rechter zwaarder dan het belang van de franchisenemer bij verlenging van de franchiseovereenkomst. De franchisegever was daarom volgens de rechter niet verplicht de franchiseovereenkomst te verlengen.

Deze uitspraak laat maar weer eens zien hoe bijzonder franchise als samenwerkingsverband is. Franchisegever en franchisenemer hebben elkaar nodig, waarbij oog voor elkaars belangen cruciaal is.

Meer weten of franchise? Neem vrijblijvend contact op met Axel de Groot.

Over Mr. A. de Groot

Axel de Groot is gespecialiseerd in faillissementsrecht, ondernemingsrecht, vastgoedrecht en huurrecht. In 1985 is Axel de Groot beëdigd als advocaat na een studie Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Bekijk profiel
Kantoor Alkmaar 072-5744409
E-mail a.de.groot@tangerboddaert.nl

Heeft u een kwestie of een vraag?

Bel 06 – 528 659 02 of laat uw gegevens achter