Een verduidelijking van de Hoge Raad: ‘ondernemerschap’ bij arbeidsovereenkomsten

Vorige week heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan inzake de Uber-zaak. In deze zaak procedeert de FNV al jaren tegen Uber, omdat volgens FNV de chauffeurs van Uber werkzaam zijn op grond van een arbeidsovereenkomst.

Bij de kwalificatie van een arbeidsrelatie gelden er negen gezichtspunten die door de Hoge Raad in het Deliveroo-arrest zijn geformuleerd. Een van deze gezichtspunten betreft ‘ondernemerschap’, waarvan sprake is wanneer degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, acquisitie, wat betreft fiscale behandeling en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt.

Het Hof heeft in de Uber-zaak vragen gesteld aan de Hoge Raad om te verduidelijken welke rol het gezichtspunt ‘ondernemerschap’ speelt bij de kwalificatie van een arbeidsrelatie.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat ‘ondernemerschap’ niet belangrijker is bij de beoordeling van de arbeidsrelatie dan de andere gezichtspunten, maar dat dit kenmerk wel een verschil kan maken. Het kan zich voordoen dat de arbeidsrelatie ten aanzien van hetzelfde werk, verricht ten behoeve van dezelfde opdrachtgever/werkgever, ten aanzien van werkenden die zich in het economisch verkeer als ondernemer gedragen of kunnen gedragen, anders te kwalificeren valt dan ten aanzien van andere werkenden. Daarbij speelt niet alleen intern ondernemerschap een rol, dus de juridische formulering van het contract, maar ook extern ondernemerschap, dat ziet op omstandigheden die zich voordoen buiten de arbeidsrelatie. Dit omvat bijvoorbeeld hoe de werkende zich in het economisch verkeer manifesteert, de acquisitie van werk, de fiscale behandeling en het aantal opdrachtgevers. Het aantal en de diversiteit van opdrachtgevers kunnen dus net zo goed een indicatie zijn van ondernemerschap als de manier waarop een werkende zich in het dagelijkse werk gedraagt.

Volgens de uitspraak van de Hoge Raad is het niet uitgesloten dat sommige chauffeurs van Uber op basis van een arbeidsovereenkomst werken en anderen niet. De kans dat een arbeidsrelatie wordt gekwalificeerd als arbeidsovereenkomst is wel kleiner indien de zzp’er zich buiten de relatie met de opdrachtgever als ondernemer manifesteert.

De Hoge Raad heeft afgezien van het aanbrengen van een rangorde in de gezichtspunten en verwijst daarbij naar het wetsvoorstel Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties (VBAR). De VBAR is een voorgestelde wet die meer duidelijkheid moet scheppen over de arbeidsrelatie tussen zzp’ers en werknemers. In dit wetsvoorstel wordt er bij ondernemerschap wel een onderscheiding aangebracht in de zin dat er pas naar extern ondernemerschap wordt gekeken indien de interne werkrelatie niet uitwijst of er sprake is van zelfstandigheid of werknemerschap. Het is de vraag of dit wetsvoorstel ongewijzigd kan blijven naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad.

Over Mr. T. Slotema

Tim is een allround ondernemingsrechtadvocaat gespecialiseerd in arbeidsrecht en faillissementsrecht. Hij combineert zijn opgedane commerciële kwaliteiten als consultant in executive search met een open en pragmatische aanpak.

Bekijk profiel
Kantoor Velsen-Zuid 0255-547800
Rechtstreeks 06-427 42 547
E-mail t.slotema@tanger.nl

Heeft u een kwestie of een vraag?

Bel 06 – 528 659 02 of laat uw gegevens achter

Meer over arbeidsrecht

Bekijk alle artikelen